Zoeken

2 Kronieken 24,1 - Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd. Hij regeerde veertig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Sibja en was afkomstig uit Berseba.
2 Koningen 12,2 - Hij werd koning in het zevende regeringsjaar van Jehu en regeerde veertig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Sibja en was afkomstig uit Berseba.
2 Kronieken 25,1 - Amasja was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde negenentwintig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Joaddan en was afkomstig uit Jeruzalem.
2 Koningen 23,31 - Joachaz was drieëntwintig jaar toen hij koning werd; hij regeerde drie maanden in Jeruzalem. Zijn moeder heette Chamutal en was een dochter van Jirmeja, afkomstig uit Libna.
2 Koningen 24,8 - Jojakin was achttien jaar oud toen hij koning werd en hij regeerde drie jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Nechusta en was een dochter van Elnatan, afkomstig uit Jeruzalem.
2 Koningen 14,2 - Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en hij regeerde negenentwintig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Joaddan en was afkomstig uit Jeruzalem.
2 Koningen 15,2 - Hij was zestien jaar toen hij koning werd en regeerde tweeënvijftig jaar in Jeruzalem. Zij moeder heette Jekolja en was afkomstig uit Jeruzalem.
2 Kronieken 26,3 - Hij was zestien jaar toen hij koning werd en hij regeerde tweeënvijftig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jekolja en was afkomstig uit Jeruzalem.
2 Koningen 21,19 - Amon was tweeëntwintig jaar toen hij koning werd; hij regeerde twee jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Mesullemet; zij was een dochter van Cherus, afkomstig uit Jotba.
2 Koningen 22,1 - Josia was acht jaar toen hij koning werd; hij regeerde eenendertig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Jedidja; zij was een dochter van Adaja, afkomstig uit Boskat.
2 Koningen 23,36 - Jojakim was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en regeerde elf jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Zebudda en was een dochter van Pedaja, afkomstig uit Ruma.
2 Koningen 24,18 - Sidkia was eenentwintig jaar toen hij koning werd en hij regeerde elf jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Chamutal en was een dochter van Jirmeja, afkomstig uit Libna.
2 Koningen 21,1 - Manasse was twaalf jaar oud toen hij koning werd; hij regeerde vijfenvijftig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Chefsiba.
2 Kronieken 27,1 - Jotam was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jerusa en was een dochter van Sadok.
2 Koningen 12,1 - Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd.
2 Koningen 8,26 - Achazja was tweeëntwintig jaar oud toen hij koning werd en regeerde een jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Atalja en was een dochter van Omri, de koning van Israël.
1 Koningen 22,42 - Josafat was vijfendertig jaar toen hij koning werd en regeerde vijfentwintig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Azuba en was een dochter van Silchi.
2 Koningen 15,33 - Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en regeerde zestien jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jerusa en was een dochter van Sadok.
2 Koningen 18,2 - Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en regeerde negenentwintig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Abi en was een dochter van Zekarja.
1 Koningen 2,11 - Veertig jaar had David over Israël geregeerd; te Hebron had hij zeven jaar geregeerd en te Jeruzalem drieëndertig jaar.
2 Kronieken 22,2 - Achazja was tweeënveertig jaar oud toen hij koning werd en hij regeerde een jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Atalja en was een dochter van Omri.
2 Kronieken 29,1 - Hizkia werd koning toen hij vijfentwintig jaar was en hij regeerde negenentwintig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Abia en was een dochter van Zekarja.
Jeremia 52,1 - Sidkia was eenentwintig jaar toen hij koning werd en hij regeerde elf jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Chamutal en was een dochter van Jirmeja uit Libna.
2 Kronieken 27,8 - Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaar in Jeruzalem.
1 Koningen 15,2 - Zijn moeder heette Maaka; zij was de dochter van Abisalom. Hij regeerde drie jaar te Jeruzalem.
1 Koningen 15,10 - Hij regeerde eenenveertig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Maaka en was een dochter van Abisalom.
2 Kronieken 20,31 - Zo regeerde Josafat over Juda. Hij was vijfendertig jaar toen hij koning werd en heeft vijfentwintig jaar in Jeruzalem geregeerd. Zijn moeder heette Azuba en was een dochter van Silchi.
2 Kronieken 36,2 - Joachaz was drieëntwintig jaar toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden in Jeruzalem.
2 Koningen 8,17 - Joram was tweeëndertig jaar toen hij koning werd en regeerde acht jaar in Jeruzalem.
1 Kronieken 29,27 - Hij regeerde over Israël veertig jaar; in Hebron zeven jaar en in Jeruzalem drieëndertig jaar.
2 Kronieken 21,5 - Joram was tweeëndertig jaar oud toen hij koning werd, en acht jaar heeft hij in Jeruzalem geregeerd.
2 Kronieken 12,13 - Koning Rechabeam wist zijn gezag in Jeruzalem te herstellen en bleef koning. Rechabeam was eenenveertig jaar toen hij koning werd en heeft zeventien jaar geregeerd in Jeruzalem, de stad die Jahwe uit alle stammen van Israël heeft uitverkoren om er zijn naam te doen wonen. Zijn moeder heette Naäma en was een Ammonitische.
1 Koningen 14,21 - Rechabeam, de zoon van Salomo, werd koning in Juda. Hij was eenenveertig jaar toen hij koning werd en regeerde zeventien jaar te Jeruzalem, de stad die Jahwe uit alle stammen van Israël had uitverkoren om er zijn naam te doen wonen. Zijn moeder heette Naama en zij was een Ammonitische.
2 Samuel 5,4 - David was dertig jaar toen hij koning werd en hij regeerde veertig jaar lang.
2 Kronieken 33,1 - Manasse was twaalf jaar toen hij koning werd en hij regeerde vijfenvijftig jaar in Jeruzalem.
2 Kronieken 33,21 - Amon was tweeëntwintig jaar toen hij koning werd en regeerde twee jaar in Jeruzalem.
2 Kronieken 34,1 - Josia was acht jaar toen hij koning werd en hij regeerde eenendertig jaar in Jeruzalem.
2 Kronieken 36,11 - Sidkia was eenentwintig jaar toen hij koning werd en hij regeerde elf jaar in Jeruzalem.
2 Kronieken 36,5 - Jojakim was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde elf jaar in Jeruzalem; hij deed wat Jahwe, zijn God, mishaagde.
2 Kronieken 13,2 - Hij regeerde drie jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Maaka en was een dochter van Uriël uit Gibea. Er heerste oorlog tussen Abia en Jerobeam.
2 Koningen 16,2 - Achaz was twintig jaar toen hij koning werd en regeerde zestien jaar in Jeruzalem. Hij deed niet wat Jahwe zijn God behaagt zoals zijn vader David dat gedaan had,
2 Kronieken 36,9 - Jojakin was achttien jaar oud toen hij koning werd; hij regeerde drie maanden en tien dagen in Jeruzalem en deed wat Jahwe mishaagt.
2 Kronieken 21,20 - Hij was tweeëndertig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde acht jaar in Jeruzalem, maar hij stierf onbetreurd. Hij werd begraven in de Davidstad, ofschoon niet in de graven der koningen.
2 Kronieken 9,30 - Salomo regeerde in Jeruzalem veertig jaar lang over heel Israël.
2 Samuel 2,10 - Isboset, de zoon van Saul, was veertig jaar toen hij koning werd over Israël en hij regeerde twee jaar. Achter David stond alleen de stam Juda.
1 Koningen 11,42 - Veertig jaar regeerde Salomo over geheel Israël.
2 Koningen 13,10 - In het zevenendertigste regeringsjaar van koning Joas van Juda werd Joas, de zoon van Joachaz, in Samaria koning van Israël. Hij regeerde zestien jaar.
2 Samuel 5,5 - In Hebron regeerde hij zeven jaar en zes maanden over Juda en in Jeruzalem drieëndertig jaar over geheel Israël en Juda.
Jeremia 25,1 - Dit woord kwam tot Jeremia voor heel het volk van Juda. Het was in het vierde jaar van de regering van Jojakim, zoon van Josia, de koning van Juda, in het jaar dat Nebukadnessar koning van Babel werd.
2 Koningen 24,12 - Toen gaf koning Jojakin van Juda met zijn moeder, zijn hovelingen, zijn hoge ambtenaren en kamerheren zich over aan de koning van Babel en deze nam hem gevangen. Het was in het achtste jaar van zijn regering.